Toen ik voor mijzelf begon, in 2007, kreeg ik van iedereen tips. Twee tips die ik ter harte heb genomen zijn: 1. neem minstens net zoveel vrije dagen als je in loondienst zou hebben, en 2. zorg dat je jezelf blijft ontwikkelen.
Met gelijkgestemden spreken over dat wat je bindt
Dat met die vrije tijd zit wel goed, al is het spannend om soms nee te zeggen tegen een opdracht. Maar het is altijd nog weer goed gekomen! En met die ontwikkeling zit het ook goed. Maar het volgen van opleidingen schiet er soms bij in. Vorige week was ik bij het ‘Tijdloze helden festival’ waar adviseurs over hun passie – en met passie – voor een denker in het organisatieadvies vak praatten. Alleen al voor het netwerk was het een leuke bijeenkomst. Met gelijkgestemden spreken over dat wat je bindt is fijn.
Mijn helden
Ik volgde drie workshops, van denkers die ik of ken vanuit mijn studie, of ken vanuit mijn tijd bij Ernst & Young Consulting. Mooi om te zien dat je veel vergeet, maar met een kleine trigger nog heel veel onthouden hebt.
De dag heeft me ook aan het denken gezet over mijn eigen helden, en die heb ik eigenlijk niet. Ik heb nooit posters van popsterren of sporters boven mijn bed gehad, ik heb van geen wetenschapper alle boeken gelezen en herlezen. Twee denkers heb ik hoog zitten. Paul Watzlawick (we kunnen niet, niet communiceren) en Henri Mintzberg. De eerste omdat hij een paar heldere stellingen had, die ik als eerste jaars student gewoon begreep. De tweede omdat hij allemaal simpele plaatjes gebruikte die ik kende van Barbapappa, en in kleine aantallen (structures in 5). Maar ik begreep er weinig van. Was werkend nog nooit verder gekomen dan een pannenkoekenrestaurant, bejaardenhuis en kranten rondbrengen. Hiërarchie, macht, structuren ik snapte er niets van. Gelukkig is dat allemaal goed gekomen. En had ik het geluk dat ik op de Academy of Management met mijn held – die ik inmiddels begrijp en citeer – tegenkwam. En zijn laatste quote herinner ik mij nog goed: “Never send a changed person to an unchanged organization.“